De verdeling van een vastgoed na echtscheiding of relatiebreuk bij wettelijk samenwonenden komt in aanmerking voor een verlaagd tarief van 1% in plaats van het standaardtarief van 2,5% verdeelrecht. Kunnen erfgenamen van één van deze ex-partners ook in aanmerking komen voor dit verlaagd tarief? Vlabel standpunt nr. 18074 gaat hier verder op in.
Miserietaks: 1%
Wanneer een onroerend goed wordt overgenomen door een van de oorspronkelijke mede-eigenaars, wordt dit belast met verdeelrecht. Het standaardtarief in het verdeelrecht bedraagt 2,5 procent. Echter, wanneer de uitonverdeeldheidtreding gebeurt in het kader van een echtscheiding of beëindiging van de wettelijke samenwoning bedraagt het verdeelrecht slechts 1 procent. Dit wordt ook wel de “miserietaks” genoemd, namelijk de taks die mensen - in het kader van de grote miserie van hun relatiebreuk - moeten betalen om de woning onder elkaar te verdelen.
Voor ex-echtgenoten en ex-wettelijk samenwonenden
De miserietaks kan enkel worden genoten door:
- ex-echtgenoten die een onroerend goed verdelen in het kader van hun echtscheiding;
- ex-wettelijk samenwonenden die een onroerend goed verdelen binnen een termijn van drie jaar volgend op de beëindiging van de wettelijke samenwoning voor zover ze op de dag van de beëindiging minstens één jaar ononderbroken met elkaar wettelijk hebben samengewoond.
Feitelijk samenwonende partners (met name mensen die samenwonen, maar geen verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd) moeten bij de verdeling van hun onroerend goed in het kader van een relatiebreuk steeds het basistarief van 2,5 procent betalen en komen nooit in aanmerking voor de miserietaks.
Wat indien één ex-partner overlijdt tijdens de vereffening-verdeling?
De vraag ontstaat of - indien een van de ex-partners overlijdt vooraleer de vereffening-verdeling afgerond is - de rechtsopvolgers nog kunnen genieten van het verlaagd tarief van 1 procent.
In Vlabel standpunt nr. 18074 (23 oktober 2023) wordt bevestigd dat de erfgenamen die in de plaats treden van de overleden ex-echtgenoot of ex-wettelijk samenwonende kunnen genieten van het verlaagd tarief van 1 procent op voorwaarde dat de verdeling betrekking heeft op goederen die afhingen van de ontbonden huwgemeenschap of onverdeeldheid.
Daarentegen zal het standaardtarief van 2,5 procent wel van toepassing blijven op een overdracht die gebeurt tussen de erfgenamen onderling die niet louter betrekking heeft op de verdeling van goederen die afhingen van de ontbonden huwgemeenschap of de bestaande onverdeeldheid.
Enkele toepassingsgevallen
Vlabel gaat verder met twee voorbeelden:
Voorbeeld 1. Xavier en Yvette scheiden in 2010, waarna de gerechtelijke vereffening-verdeling na echtscheiding van start gaat. In 2012 overlijdt Xavier en komt Zoë (enige dochter) tot zijn nalatenschap. In 2015 sluiten Yvette en Zoë een dading met betrekking tot de verdeling van de onroerende goederen die behoorden tot de huwgemeenschap.
Vlabel oordeelt dat de uitonverdeeldheidtreding met betrekking tot de onroerende goederen gebeurt tegen de miserietaks van 1 procent omdat dit volledig kadert binnen de ontbinding van de huwgemeenschap na echtscheiding.
Voorbeeld 2. Xavier en Yvette scheiden, maar Xavier overlijdt opnieuw tijdens de gerechtelijke vereffening-verdeling na echtscheiding. Xavier laat 4 kinderen na. De gezinswoning (50-50 van Xavier en Yvette) wordt overgenomen door 3 van de 4 kinderen.
Vlabel oordeelt dat de afstand door Yvette van haar helft aan de 3 kinderen kadert binnen de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap, waardoor de kinderen kunnen genieten van de miserietaks van 1 procent.
De afstand door het vierde kind aan de 3 andere kinderen is een verdelingsverrichting tussen de erfgenamen onderling (los van de vereffening-verdeling na echtscheiding), zodanig dat hierover het standaardtarief van 2,5 procent moet worden betaald.
Hebt u vragen over de verdeling van uw onroerend goed, aarzel dan niet om met Cazimir contact op te nemen.